sep. 23

Kennis als kans voor verbinding

Innovatielabs
Voor het vergroten van wendbaarheid en weerbaarheid van de culturele en creatieve sector, is een onderliggende open kennisinfrastructuur belangrijk. Een open sector waarin kennis vrij rond kan gaan stelt ons namelijk in staat om gebruik te maken van – en te bouwen op – elkaars werk. Maar hoe kun je deze kennisuitwisseling organiseren? Op basis van de voortgang van de initiatieven en het werk van Innovatielabs zelf, verkent schrijver Twan Eikelenboom hoe de open sector vorm krijgt.
Kennis in de culturele en creatieve sector is in eerste instantie waardevol voor je eigen dagelijkse praktijk als maker. Je scherpt bijvoorbeeld elke keer dat je aan iets werkt je werkwijze aan. Je leert zo – iteratief – hoe je iets beter kunt doen. Houd je deze kennis voor jezelf, dan heeft het waarde voor jezelf. Maar deel je het met anderen, dan kan het breder van waarde worden. Je stelt dan anderen in staat om voort te bouwen op jouw werk, wat voor jou ook weer nieuwe inzichten op kan leveren. Dit is de meerwaarde van de open sector, waarin het mogelijk is om gebruik te maken van een gezamenlijke infrastructuur van kennis, werkwijzen en gereedschappen.

Tegelijk, zo kwam naar voren tijdens de Kennis & Community-sessie over Kennisdeling en Impact bij Beeld en Geluid, creëert het delen van kennis een dilemma voor creatieve makers. Lector Sabine Niederer deelde treffend dat in de culturele en creatieve sector veel mensen afhankelijk zijn van hun ideeën en kennis. Dat maakt de bereidheid om te delen wellicht niet altijd even groot. Wat als ik mijn kennis deel? Loopt iemand anders er dan mee weg? Maar juist door kennis delen onderdeel te maken van je werkwijze, kan het je ook veel brengen: anderen delen namelijk ook met jou, waardoor je gebruik kunt maken van hun waardevolle werk.
Kennis van waarde maken voor anderen
Kennis kan dus van waarde zijn voor jezelf, en je kunt het van waarde maken voor anderen door het te delen. Kennis delen is voor de open sector alleen niet genoeg, omdat er dan eenrichtingsverkeer ontstaat: iedereen zendt kennis, maar bouwt niet op het werk van een ander. Voor de open sector is het actief organiseren van kennisoverdracht- en uitwisseling daarom essentieel. Dit betekent onder meer dat je jezelf afvraagt welke kennis relevant kan zijn voor een ander, maar ook dat je bedenkt bij welke bestaande kennisontwikkeling je aan kunt sluiten. Kortom: op welke kennis ga je jouw werk bouwen, en hoe kan de kennis die jij opdoet terugvloeien in dat discours?

Kennis uitwisselen en overdragen vereist daarmee een echt andere manier van werken, zodat de kennis die je opdoet niet als een eiland losstaat van andere ontwikkelingen. Dat begint bij het bepalen van een kennisbasis, waarmee je in kaart brengt welke relevante kennis in de sector al voorhanden is, die aan de basis kan staan van het nieuwe initiatief. Hoe sluit de vraagstelling van het nieuwe initiatief aan bij andere initiatieven? Welke mensen en organisaties hebben al ervaring met dit onderwerp, waar je mogelijk een samenwerking mee aan kunt gaan? Welk onderzoek ligt er al? Welke (open) tools zijn al ontwikkeld?

Tegelijk zorgt een kennisbasis dat nieuwe inzichten makkelijker terug kunnen vloeien richting de makers, organisaties en sector, maar ook onderwijs en onderzoek. Je praat met elkaar al dezelfde taal, die organisaties en disciplines doorkruist. Een van de initiatieven verkent bijvoorbeeld de mogelijkheid van een post bachelor-opleiding, waarin studenten vanuit verschillende disciplines samen leren werken. Ook ontwikkelen initiatieven in samenwerking met kennisinstellingen kortdurende programma’s, zoals een Summer School. Gedreven door een gezamenlijke interesse voor een vraagstuk, komen praktijk, onderwijs en onderzoek samen in een gezamenlijke kennisbasis – waarin zij vervolgens nieuwe transdisciplinaire werkwijzen ontwikkelen.

Contextuele kennis
Wat naast een sterke kennisbasis belangrijk is om in het achterhoofd te houden bij het organiseren van kennisuitwisseling en -overdracht, is dat het niet alleen gaat om het delen van een conclusie, een dataset, of de (digitale) tool zelf. De context is net zo belangrijk. Voor open source-ontwikkeling is het bijvoorbeeld essentieel dat er documentatie is over hoe de tool is ontwikkeld, zodat anderen kunnen doorontwikkelen. Voor succesvolle inzet in de praktijk is het vervolgens belangrijk dat gebruikers best practices kunnen delen over de inzet van de tool, met ontwikkelaars en andere gebruikers.

Een voorbeeld dat de waarde van contextuele kennis laat zien is Living Lab Open Cultuur Data. Zij ontwikkelen onder meer digitale tools die uitwisseling van open cultuurdata mogelijk maken – bijvoorbeeld in de vorm van metadata en contextuele informatie. Een van de tools in ontwikkeling is een plugin voor decentraal videoplatform Peertube. Deze plugin maakt het mogelijk dat medewerkers van culturele instellingen met één druk op de knop al hun event-metadata kunnen uploaden, zodra zij een eventregistratie op Peertube zetten. De plugin maakt het zo makkelijk om contextuele kennis toe te voegen aan de video, waardoor deze beter gevonden en verbonden kan worden. Naast de plugin delen organisaties in de pilot Duurzaam Archiveren kennis over hoe je als instelling het Peertube-platform zo kunt gebruiken dat video’s het archiefsysteem van Beeld & Geluid in kunnen stromen. Na de pilot wordt de beste workflow gekozen en meegenomen in een handleiding. Hoewel heel anders dan metadata, gaat het ook hier om contextuele kennis. Want zonder een goede workflow en het delen van praktijkervaring, wordt de succesvolle inzet van Peertube als archiefsysteem voor andere organisaties moeilijk.

Leernetwerken voor de lange termijn
Een goede kennisbasis en aandacht voor contextuele kennis zijn dus twee ingrediënten om in het achterhoofd te houden, als je zelf kennisontwikkeling voor een nieuw initiatief wilt gaan organiseren. Voor de open sector als geheel is het echter ook belangrijk dat kennisontwikkeling plaats kan vinden in langere lijnen, en vooral: dat je als initiatief ruimte creëert om met betrokkenen gedurende een langere periode te leren.

We bewegen namelijk van een sector waarin eenmalige financiering van initiatieven de norm is, naar een sector waarin initiatieven kunnen bouwen op elkaar werk door ze met elkaar verbonden zijn. Dit is de reden dat Innovatielabs kennisuitwisseling tussen initiatieven over financieringsrondes heen mogelijk maakt. Zo kwamen op 31 mei 2023 in de Kunstlinie in Almere meer dan dertig initiatieven bij elkaar, zowel uit de eerste als de tweede call. Ze gingen met elkaar aan tafel om te praten over successen en mislukkingen – en om nieuwe vormen van samenwerken te bespreken.

Naast het leernetwerk van Innovatielabs zelf, ontstaan ook rond de projecten allerlei leernetwerken. Een voorbeeld hiervan is het Creative Funding Leernetwerk, waarin relatiemanagers, fondsenwervers, marketingmedewerkers en (zakelijk) directeuren van culturele instellingen in Nederland samen gaan leren over relatiebeheer met particuliere donors. Het netwerk is georganiseerd in sub-regio’s, waarin deelnemers met elkaar de inhoud bepalen. Samen leren zij hoe ze relatiebeheer met de kleine particuliere donor kunnen organiseren. Ervaringen van deelnemers gaan zo niet verloren, maar worden waardevol doordat anderen in het netwerk ervan kunnen leren.

Doorontwikkelen op basis van ervaringen van deelnemers is ook te zien bij Hybrid Music Vibes. Zo merkten de initiatiefnemers dat de kennissessies voor betrokken muzikanten goed waren, maar te veel gericht waren op luisteren: ‘Daardoor hadden de deelnemers moeite met het direct vertalen naar hun eigen situatie. Ze werden nog onvoldoende uitgedaagd zichzelf en het eigen werk in de virtuele wereld te plaatsen. Maar ook bleek het een uitdaging de connectie tussen de fysieke en digitale wereld te leggen en de fans erin te betrekken'. In de opzet van opvolger Hybrid Music Vibes 2 ‘is daarom gekozen voor een opzet met keynotes én workshops'.

Ook initiatief Kunst van Later, dat onderzoekt hoe het pensioenstelsel toegankelijker kan worden gemaakt voor culturele en creatieve zzp’ers, laat zien dat kennis delen niet gaat om kennis zenden en er vervolgens niks mee doen, maar om verbinden met je doelgroep en bouwen op de inzichten die dit oplevert. Zo bleek uit een onderzoek dat er diverse mogelijkheden zijn voor zzp’ers om nu zorg te dragen voor hun oudedagsvoorziening, maar dat dit niet door iedereen wordt gedaan. Op basis van deze resultaten heeft Kunst van Later drie richtingen gedefinieerd waarbinnen ze experimenten opzetten om een goede oudedagsvoorziening toegankelijker te maken: het pensioenpraatje, de pensioenkijker, en samen pensioenwijzer. Kunst van Later merkte dat door het onderzoek alleen al de interesse in het onderwerp is vergroot, onder meer door een groei in nieuwsbriefaanmeldingen. Door kennisontwikkeling dus niet te beperken tot een groep experts, maar ook je doelgroep nauw erbij te betrekken, creëer je dus een leernetwerk. Kennis wordt zo een kans om met elkaar te verbinden en leren.

Van woord en beeld naar kenniservaring
Kennisuitwisseling in een open sector vraagt dat makers, organisaties en subsidieverstrekkers zich op andere manieren – over hun eigen muren en grenzen heen – durven organiseren. Maar juist in de culturele en creatieve sector wordt ook geëxperimenteerd met verschillende vormen waarop kennis overgedragen kan worden. Bij kennisuitwisseling denk je al snel aan tekst, video, een website, meeting of workshop. Maar een idee, inzicht of gedachte is niet altijd te vatten in deze veelgebruikte vormen. Zo kan kennisuitwisseling ook de vorm hebben van een interactieve ervaring.

Pilots en prototypes bijvoorbeeld kunnen zowel een mogelijke toekomst tastbaar maken, en tegelijk inzicht geven in de huidige staat van ontwikkeling en kwesties en vraagstukken waar makers op vastlopen. Zo ontwikkelden Floris van Leathem en Hanna Fleer vanuit Innovation:Lab twee prototypes in het kader van Ctrl+Alt+Play, een event dat de traditionele theaterervaring uitdaagt. Doordat zij digitale innovatie op een eigen wijze benaderen, kunnen bij bezoekers ideeën ontstaan over een mogelijke toekomst van de cultuursector waarin het fysieke en virtuele samenkomt. Achterliggend is het idee van Ctrl+Alt+Play om bezoekers de kans te bieden om getuige te zijn van het maakproces en om waardevolle feedback te geven die kan bijdragen aan de verdere ontwikkeling en implementatie van innovatieve projecten.

Dat een interactief werk een krachtig middel voor kennisontwikkeling en -uitwisseling kan zijn, laat tot slot ook Zuid.Boymans zien. Rond het idee van de gifteconomie werkte Zuid.Boijmans samen met Gemma Medina Estupiñàn en Alessandra Saviotti van Arte Útil. Ze ontwikkelden een idee voor een object dat deelnemers aanmoedigt om te ontdekken wat ze kunnen ‘geven’ en ‘nemen’ buiten het monetaire systeem om. Het object bevat onder meer twee transparante dozen: de een met voorwerpen met het woord ‘gever’ en de ander met het woord ‘ontvanger’. Bezoekers kunnen iets nemen, maar ook iets geven. Doordat de dozen transparant zijn, wordt het dilemma van gifteconomie getoetst: verwachten gevers iets terug? Tegelijk ervaren bezoekers wat het doet om een cadeautje te krijgen, en hoe het voelt om iets cadeau te geven. Dit voorbeeld laat daarmee enerzijds zien hoe je kennisontwikkeling op nieuwe manieren kan organiseren: het object visualiseert de kennis. Anderzijds toont het hoe kennisontwikkeling en -uitwisseling de vorm kan hebben van een ervaring, waarin bezoekers of deelnemers deel worden van een vraagstuk.

Twan Eikelenboom (zelfstandig schrijver en adviseur) schreef dit artikel in opdracht van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en CLICKNL aan de hand van de reflectieverslagen die de Innovatielabs-projecten met elkaar deelden op de afgeschermde community website, hun vervolgideeën voor kennisdeling, en wat zij hebben gedeeld op websites en sociale media.


Foto's: Robbie van Zoggel
upd.37.innzoggel4.webp
upd.37.innzoggel5.webp