Onderzoek

Met een flankerend onderzoekstraject richtte Innovatielabs zich op kennisontwikkeling voor de culturele en creatieve sector. Lectoren en onderzoekers van verschillende kennisinstellingen in Nederland onderzochten de 33 deelnemende projecten aan de hand van een aantal overkoepelende thema’s. Regieorgaan SIA, financier van praktijkgericht onderzoek, financierde het onderzoekstraject en formuleerde de opdracht in samenwerking met CLICKNL.

Het onderzoek werd uitgevoerd door een team van lectoren: Walter van Andel (lectoraat Waarde(n)vol Ondernemen in en door de Kunsten, Hogeschool voor de Kunsten Utrecht), Sabine Niederer (lectoraat Visual Methodologies, Hogeschool van Amsterdam) en Paul Rutten (lector Creative Business, Hogeschool Rotterdam) onderzochten beide edities van Innovatielabs. Jeroen van den Eijnde (lectoraat Tactical Design, ArtEZ University of the Arts) was betrokken bij het onderzoek naar de eerste editie van het programma en Daniëlle Arets (lectoraat Ontwerpen aan de Journalistiek, Fontys Hogeschool) bij de tweede. De lectoren werden bijgestaan door onderzoekers van de betreffende kunstacademies en hogescholen, namelijk: Veerle Spronck (Hogeschool voor de Kunsten Utrecht), Martijn Mulder (Hogeschool Rotterdam), Gwen Parry (Hogeschool van Amsterdam), Lies Wijnterp (Hogeschool voor de Kunsten Utrecht), Marloes Geboers (Hogeschool van Amsterdam), Lucie Huiskens (ArtEZ University of the Arts) en Nick Verouden (Hogeschool van Amsterdam).

Lessen voor de toekomst


Wat zijn de belangrijkste bevindingen uit het onderzoek? Vijf lessen voor een wendbare en weerbare sector.

In de culturele en creatieve sector is innovatie veelal gericht op meervoudige waardecreatie op maatschappelijk, cultureel en/of economisch vlak. De schaalbaarheid van deze innovaties zit meestal niet in de toepassing zelf, maar in de toegepaste werkwijze
Geen van de projecten van Innovatielabs was uitsluitend economisch of technologisch gedreven. De initiatieven streefden veelal meervoudige waardecreatie na op maatschappelijk, cultureel en/of economisch vlak. Vaak stond een actuele maatschappelijke uitdaging centraal, zoals klimaatverandering of sociale ongelijkheid. Belangrijk uitgangspunt van veel projecten was het creëren van betekenisvolle interactie met betrokkenen, menselijke en soms niet-menselijke partners.

Deze innovatiepraktijk verhoudt zich moeilijk tot de traditionele opvatting van schaalbaarheid. Economisch en technologisch gedreven innovaties zijn doorgaans breed toepasbaar: ze kunnen relatief eenvoudig (digitaal) worden opgeschaald. In de culturele en creatieve sector zijn innovaties juist vaak situationeel: ze bieden geen ‘one-size-fits-all’ toepassingen.

De schaalbaarheid van de projecten van Innovatielabs zit dan ook meestal niet in de innovaties zelf, maar in de toegepaste werkwijzen en methodes. Er zijn bijvoorbeeld methodes ontwikkeld voor samenwerken, soms met partners buiten de culturele en creatieve sector, die ook voor anderen bruikbaar zijn. Verder was een aantal projecten specifiek gericht op ontwikkeling en innovatie van (een deel van) de sector zelf. Deze initiatieven leverden verschillende toepassingen op: soms gericht op artistieke vernieuwing, in andere gevallen op interactie met een publiek of een betere positionering van het eigen aanbod bij de doelgroep. Kenmerkend voor al deze projecten is dat er rekening werd gehouden met publieke waarden en dat er aandacht was voor de rol van de eigen creatieve praktijk in de samenleving.
Het versterken van vaardigheden is van belang voor innovatie. Het gaat met name om een set van vaardigheden voor artistiek en ontwerpend onderzoek, transdisciplinaire samenwerking en open innovatie.
De culturele en creatieve sector staat voor grote uitdagingen in onze snel veranderende samenleving. Uit de projecten van Innovatielabs blijkt dat een nieuwe set vaardigheden nodig is om deze uitdagingen aan te gaan (zie ook KEM’s onderzoeksagenda). Dat geldt in het bijzonder voor het vermogen om onderzoekend te werken. Artistiek onderzoek biedt benaderingen en methodes om complexe vraagstukken te verkennen en aan te pakken. Door creatieve processen in te zetten ontstaan er nieuwe inzichten en perspectieven die met traditionele onderzoeksmethodes niet bereikt worden. Deze aanpak is bijzonder waardevol om maatschappelijke en technologische ontwikkelingen vanuit een artistieke invalshoek te onderzoeken.

Daarnaast, vooral met het oog op de maatschappelijke mogelijkheden die de culturele en creatieve sector verkent, is het versterken van transdisciplinaire samenwerkingsvaardigheden cruciaal. Het verbinden van verschillende domeinen, zoals kunst, wetenschap en maatschappij, vereist allereerst een gedeelde taal, maar ook het vermogen om vanuit diverse perspectieven te denken en te handelen. Ook de ontwikkeling hiervan kan met behulp van artistiek en ontwerpend onderzoek plaatsvinden. In een dergelijke samenwerking is het belangrijk om uit te gaan van het in Innovatielabs dominante principe van open innovatie. Ontwikkelde kennis en toepassingen moeten open binnen consortia gedeeld worden en bij voorkeur met de sector om de wend- en weerbaarheid te versterken.

Door kennis breed te delen, kunnen organisaties bijvoorbeeld samen sterker worden in het ontwikkelen van eigen technologische toepassingen. Binnen Innovatielabs onderzocht een aantal initiatieven hoe zij bestaande digitale technologie succesvol kunnen inzetten. Ze ontwikkelden hiervoor meer dan alleen technische kennis – ze ontwikkelden ook vaardigheden om de sociale, ethische en culturele gevolgen van technologie voor de samenleving in kaart te brengen en het begrip hierover te vergroten. Deze vaardigheden zijn bijzonder waardevol voor de hele sector. Ze kunnen ertoe bijdragen dat er technologische innovaties worden ontwikkeld die passen bij de waarden van de sector en daarmee de sector onafhankelijker maken van grote techbedrijven. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is wel dat systemen en data met elkaar kunnen communiceren. Deze ‘interoperabiliteit’ verdient meer aandacht, want alleen zo kan technologie aansluiten op sectorbrede doelen.
Kennisontwikkeling, -borging en -deling is in de culturele en creatieve sector cruciaal voor innovatie. Bottom-up samenwerking in clusters van verwante innovatieprojecten is daarbij relevant.
In de culturele en creatieve sector wordt via artistiek en ontwerpend onderzoek op een unieke manier kennis voor innovatie ontwikkeld. In opeenvolgende iteratieslagen wordt nieuwe kennis opgedaan en verwerkt, vaak in samenwerking met de doelgroep. Deze co-creatie zorgt voor betrokkenheid: de beoogde gebruiker, bezoeker of cultuurconsument denkt en werkt mee aan nieuwe concepten en diensten.

Uit de ervaringen van Innovatielabs blijkt dat innovatieprojecten vooral gericht zijn op dit creatieve en visionaire proces van kennisontwikkeling, terwijl het vastleggen en verspreiden van kennis minder aandacht krijgt. Soms wordt (een deel van) de kennisontwikkeling uitbesteed aan externe partijen, met het gevolg dat relevante kennis niet binnen het consortium wordt opgebouwd en geen onderdeel wordt van de kennisvoorraad van de eigen organisatie. Om dit te voorkomen, moet kennisontwikkeling en -deling steviger worden verankerd in toekomstige innovatieprogramma’s en in de sector als geheel. Want als makers, culturele instellingen en creatieve bureaus effectiever van elkaar kunnen leren, zijn ze beter in staat om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden en nieuwe uitdagingen.

Binnen het programma Innovatielabs vind je succesvolle voorbeelden van kennisdeling, vooral tussen projecten met vergelijkbare thema's zoals digitalisering en cultuurmarketing. Enkele projecten waren specifiek gericht op het delen van nieuwe kennis of technologie. Deze projecten ontwikkelen zich door en ondersteunen nu makers, uitvoerenden en instellingen bij het ontwikkelen van creatieve vaardigheden. Ze werken blijvend interdisciplinair en hebben vaak nieuwe financiering gevonden.
Het vastleggen en doorontwikkelen van sector-specifieke werkwijzen, processen en methodes is een belangrijk onderdeel van deze kennisborging. Hiervoor kan worden samengewerkt met kennisinstellingen.
De culturele en creatieve sector kenmerkt zich door flexibiliteit en een focus op maken en experimenteren. Dit leidt tot rijke en innovatieve resultaten, maar de kennis en ervaringen die hierbij worden opgedaan, worden vaak niet systematisch vastgelegd of gedeeld.

Het gebrek aan documentatie en borging van werkwijzen en processen belemmert de overdraagbaarheid van kennis en expertise, nodig voor innovatie op sectorniveau. Dit geldt bijvoorbeeld voor ontwerpmethodes of artistieke methodes. Om deze sectorspecifieke werkwijzen structureel vast te leggen, is samenwerking met kennisinstellingen belangrijk.

Onderzoekers kunnen helpen om processen methodisch verantwoord te analyseren en te documenteren, waardoor ze beter gedeeld kunnen worden. Door makers, uitvoerenden en organisaties te verbinden met onderzoekers kan de sector niet alleen leren van individuele projecten, maar ook een gedeelde kennisbasis opbouwen die toekomstige innovatie stimuleert en verduurzaamt.
De culturele en creatieve sector is gebaat bij een nieuwe benadering om impact in kaart te brengen en te communiceren. Narratieve en participatieve methodes kunnen de sector helpen om haar meervoudige waarde beter te communiceren.
Het duiden van en sturen op impact vraagt om methodes die recht doen aan de unieke aanpak en dynamiek van de culturele en creatieve sector. Traditionele methodes, zoals het meten van publieksbereik of -tevredenheid, schieten vaak tekort. Deze vertellen namelijk maar een deel van het verhaal: niet alles van waarde is meetbaar.

De projecten van Innovatielabs laten zien dat impact in de culturele en creatieve sector zich vaak uit in moeilijk meetbare resultaten, zoals nieuwe samenwerkingsvormen, gedeelde kennis of maatschappelijke bewustwording. Deze ervaringsgerichte en contextspecifieke uitkomsten blijven onzichtbaar in conventionele evaluatiesystemen.

De culturele en creatieve sector is daarom gebaat bij een andere benadering die meer ruimte biedt voor narratieve en participatieve methodes. Denk aan storytelling, casestudies en reflectiesessies, waarmee subtiele en langdurige effecten zichtbaar worden. Ook is het cruciaal om impact over een langere periode te volgen, omdat veel resultaten pas na verloop van tijd duidelijk worden. Met dergelijke nieuwe evaluatiemethoden kan de sector niet alleen haar meervoudige waarde beter communiceren, maar ook effectiever leren van eerdere ervaringen.

BENIEUWD NAAR ALLE BEVINDINGEN? LEES HIER HET HELE ONDERZOEK