aug. 24

Inzichten voor langetermijnimpact

Innovatielabs
Veel van de initiatieven die aan de slag zijn gegaan met een bijdrage vanuit het programma Innovatielabs maken deel uit van een langere ontwikkeling. Het gaat om bestaande projecten die een volgende fase van ontwikkeling zijn ingegaan. Of projecten waarbij Innovatielabs het startpunt is van iets dat langere tijd moet bestaan. Schrijver Twan Eikelenboom praat met de initiatiefnemers van Publieksmonitor & Predictive AI, Archiving the Present en De Kunst van Later over hun drijfveren voor de lange termijn. Op basis van hun verhalen deelt hij drie waardevolle inzichten die kunnen bijdragen aan langetermijnimpact, in een sector die nog vaak projectgericht denkt en werkt.
Gedreven door wat mooi is
‘De reden van de oprichting van het Digitaal Informatieplatform Podiumkunsten (DIP) is dat podia zagen dat ze inefficiënt werkten op het gebied van data en digitalisering’, vertelt directeur Joep Grooteman. ‘Brancheverenigingen besloten vervolgens dat het belangrijk is om met elkaar te bouwen aan een kwalitatieve, uniforme datainfrastructuur.

Zo’n basis stelt ons in staat om betere conclusies te trekken over de sector, want we hoeven niet meer te werken met oude gegevens van CBS en de Cultuurmonitor. Maar ook kunnen we vanuit deze infrastructuur toepassingen ontwikkelen, die de sector kan helpen bij zaken als programmering. Dat is wat we met Publieksmonitor & Predictive AI doen.’

Bedrijfskundige en voormalig concertgitarist Edsart Udo de Haes vult aan: ‘In de sector staat vaak het eigen podium of aanbod centraal. Wat mij juist drijft is niet een eigen infrastructuur, maar wat mensen mooi vinden. Het is nu frustrerend voor makers van mooie dingen, dat ze niet geboekt worden omdat ze onbekend zijn. En voor een programmeur is het risico op een lege zaal te groot, waardoor het makkelijker is om te kiezen voor een maker die al wel eens op televisie is geweest.

Vanuit DIP is veel data beschikbaar over de publieksvraag, die we nu gebruiken om een voorspelmodel en dashboard te creëren waar je als programmeur vragen aan kunt stellen. We geven handvatten om vraag en aanbod passend met elkaar te verbinden, voorbij het onderbuikgevoel. Op welk moment, op welk podium, kan deze maker welk publiek vinden? De long tail van data geeft programmeurs een langetermijnperspectief.’

Het is nu frustrerend voor makers van mooie dingen, dat ze niet geboekt worden omdat ze onbekend zijn.

Waarzegger van De Kunst van Later voorspelt financiële toekomst van zzp
Waarzegger van De Kunst van Later voorspelt financiële toekomst van zzp'ers tijdens de Dutch Design Week 2024 (Foto: Clara Gus)
Het verhaal van een archief zichtbaar maken
Ook Archival Consciousness, een initiatief van kunstenaar en onderzoeker Mariana Lanari en grafisch ontwerper Remco van Bladel, is gedreven om tools en werkwijzen te ontwikkelen die organisaties structureel versterken. Onder de naam Archiving the present werken ze aan het beter toegankelijk maken van archieven van culturele instellingen. Mariana vertelt: ‘Tijdens een project voor de bibliotheek van het Stedelijk Museum kwam ik tot het inzicht dat hele archieven verscholen liggen achter een zoekvak. Het lijkt alsof je via het zoekvak toegang krijgt tot een archief, maar dit is een illusie. Als je bijvoorbeeld niet weet wat je zoekt, vind je het niet.

Wij willen zorgen dat de kennis in een archief ook op andere manieren te ontdekken is. Zo maken we met de Biblio-Graph relaties tussen objecten, evenementen en publicaties, maar ook met mensen zichtbaar. Elk archief vertelt een verhaal, en wij willen dat verhaal naar boven halen.’

Maar waar in archieven zoals die van het Stedelijk Museum kennis vooral onontdekt blijft, gaat bij kleinere presentatie- en platforminitiatieven kennis verloren. Remco van Bladel: ‘Voor Innovatielabs werken we met Framer Framed (een Amsterdamse presentatie-instelling voor nieuwe kunst). Je ziet daar dat het productietempo van evenementen heel hoog ligt, waardoor tijd om terug te blikken schaars is.

Ze produceren kennis, organiseren ontmoetingen, reflecteren op wat gebeurt – sociaal en politiek. Dit publiceren ze op een website, maar ze zijn niet bezig met het archiveren voor de lange termijn. Dit terwijl er zoveel geweldige dingen gebeuren. Wij willen met deze gemeenschappen werken, om met hen te zorgen dat waardevolle kennis voor de lange termijn niet verloren gaat. En door die samenwerking, worden we zelf ook op een bepaalde manier onderdeel van de gemeenschap.’
Remco van Bladel (Foto: Clara Gus)
Remco van Bladel (Foto: Clara Gus)
Presentatie door Archival Consciousness (Foto: Clara Gus)
Presentatie door Archival Consciousness (Foto: Clara Gus)
Niet het stappenplan, maar de mens centraal
Bij de Innovatielabs-projecten Publieksmonitor & Predictive AI en Archiving the present is digitalisering geen eenmalig project of stappenplan. Vanuit gedrevenheid om het mooie en waardevolle niet verloren te laten gaan, bouwen beide initiatieven infrastructuur en tools die mensen en gemeenschappen voor de lange termijn ondersteunen. Werken aan zulke langetermijnimpact is echter een uitdaging in de creatieve en culturele sector, waar projectgericht werken en een – soms noodgedwongen – focus op de korte termijn nog vaak overheerst.

Ook in de social design-praktijk, waar oplossingen voor de lange termijn waarde moeten hebben voor gemeenschappen, leeft deze uitdaging. Sanne Kistemaker, oprichter van Muzus en initiatiefnemer van De Kunst van Later, vertelt: ‘Te vaak wordt ons gevraagd om stappenplannen, die in beperkte tijd resultaat op moeten leveren. Ik pleit ervoor om meer mensgericht te werken, maar wel op een methodische manier. Dit betekent dat je de mens centraal zet, door gebruik te maken van onderbouwde onderzoek- en ontwerpmethodieken.

Wat dit onder meer mogelijk maakt, is dat je in het proces de dromen, wensen, angsten, aspiraties en ideeën van betrokkenen leert kennen. Als ontwerper wil je de wereld mooier maken, maar in gesprek kun je erachter komen dat iemand andere belangen en prioriteiten heeft: “Jullie vinden dit belangrijk, maar het is ook belangrijk dat m’n kinderen brood hebben voor school.” Dit kun je niet van tevoren bedenken.

Op basis van deze inzichten kun je als ontwerper oplossingen ontwikkelen die betekenisvol zijn. Want hoewel het voor een opdrachtgever kan lijken of een stappenplan houvast biedt om tot een resultaat te komen, zorgt het niet per definitie voor oplossingen die omarmd worden door de mensen die het moeten gaan gebruiken – en dus voor de lange termijn werken.

Wat wij daarom vragen van opdrachtgevers en leden van consortia, is om het niet-weten en onzekerheid te omarmen. Dat stelt ons als ontwerpers namelijk in staat om te doen waar we goed in zijn. We kunnen een toekomstbeeld concreet maken, door in het hier en nu handvatten te creëren. We maken het onvoorstelbare voorstelbaar, maar ook het ontastbare tastbaar.’
Initiatiefnemers De Kunst van Later met in het midden Sanne Kistemaker (Foto: Robbie van Zoggel)
Initiatiefnemers De Kunst van Later met in het midden Sanne Kistemaker (Foto: Robbie van Zoggel)
Installatie voor onderzoeksfase van De Kunst van Later (Foto: Adem Gümrükçüler)
Installatie voor onderzoeksfase van De Kunst van Later (Foto: Adem Gümrükçüler)
1. Zorg dat oplossingen dicht bij betrokkenen staan
Zorgen dat oplossingen die je ontwikkelt dicht bij betrokkenen staan door mens- en gemeenschapsgericht te werken, is daarmee een eerste inzicht dat eraan kan bijdragen dat een oplossing op de lange termijn standhoudt. Dit ligt ook besloten in de werkwijzen van Archival Consciousness. Remco: ‘Als je wilt archiveren, kost het je sowieso extra tijd. Maar door met een gemeenschap te kijken hoe ze datgene wat ze publiceren makkelijker kunnen archiveren, kun je deze tijdsinspanning verkleinen. We noemen dit publishing as archiving.’

In het geval van Framer Framed zagen we dat data allemaal waren opgeslagen in de website. Het eerste wat we dan doen, is deze data uit de backend van de website halen en in een application agnostic-database zetten. Gegevens uit deze database kun je vervolgens op allerlei manieren hergebruiken, zonder dat het uitmaakt welke tool je daarvoor gebruikt.’

Wat dit onder meer mogelijk maakt is dat de gemeenschap zelf kan bepalen wat het met de data doet, doordat deze herbruikbaar worden in andere contexten – zoals de Biblio-Graph. Archival Consciousness ziet zich dan ook niet als externe ontwikkelpartij die de gemeenschappen van buitenaf helpt. Ze creëren geen onnodige afhankelijkheid, maar werken met de gemeenschap en zijn op een bepaalde manier deel ervan. Dit betekent ook dat zij zich de data niet toe-eigenen.

Mariana: ‘De data behoren toe aan de gemeenschappen waar deze herinneringen en ervaringen uit voortkomen. We maken we onszelf daarom geen eigenaar van de data. Voor ons zijn data namelijk memory material. Mocht financiering van onze tools bijvoorbeeld stoppen, dan blijven de data dus behouden voor – en herbruikbaar door – de gemeenschap.’
Remco van Bladel en Joep Grooteman (Foto: Kas van Vliet)
Remco van Bladel en Joep Grooteman (Foto: Kas van Vliet)
2. Geef innovaties tijd en ruimte om zich te bewijzen
Een tweede inzicht voor langetermijnimpact zijn financiële regelingen, die innovaties de tijd en ruimte geven om zich te bewijzen. Dit is uitdagend, want de opties voor langetermijnfinanciering voor een initiatief zijn beperkt. Joep: ‘Op dit moment heeft de basis van DIP zich bewezen, maar voor tools die zich nog moeten bewijzen moeten we op zoek naar financiering. Voor ontwikkeling, maar ook om het in de lucht te houden.

Dat is ingewikkeld, want bij welk fonds klop je aan voor een volgende stap? We zijn geen projectje dat je afrondt, maar een initiatief voor de lange termijn. Daarom zitten we in een grijs gebied. We zijn infrastructuur, maar kunnen niet onder een regeling als de basisinfrastructuur vallen. Innovatielabs is daarin wel bijzonder, want daar is het werken vanuit een langetermijngedachte wel mogelijk.

Door innovatietrajecten langduriger te financieren, kunnen initiatieven ook beter rapporteren over bewijzen. Edsart: ‘We zitten nu met de tool in de zogeheten vallei des doods: de tijd waarin een tool al wel werkt, maar de impact nog niet meetbaar is. Dat duurt in ons geval twee jaar. Een programmeur moet een keuze maken geholpen door de toepassing. De voorstelling moet spelen. En achteraf moeten we de jaarcijfers vergelijken. Innovatie vraagt altijd een lange adem, want je kunt pas na een langere periode de toegevoegde waarde bewijzen. Het zou goed zijn als regelingen hier de ruimte voor bieden – en ook durven vragen om meetbaar bewijs.’
3. Organiseer eigenaarschap op basis van goede voorwaarden
Tot slot is het borgen van eigenaarschap in een consortium, op basis van goede voorwaarden, een derde inzicht voor langetermijnimpact. Ook dit is echter complex, en er zijn nog weinig geijkte paden. Sanne: ‘Een oplossing borgen voor de lange termijn is voor de ontwerper de lastigste fase. Ten eerste is er het risico dat wanneer het budget op is, dat iedereen een initiatief uit de handen laat vallen.

Dat is een groot manco van onze sector – en geen verwijt, maar realiteit. Hier kun je op anticiperen door aan de voorkant een breed consortium samen te stellen. Als meer mensen vooraf gemotiveerd zijn, dan kun je elkaar opzwepen en draagvlak creëren dat noodzakelijk is voor eigenaarschap.

Ten tweede is deze fase voor een ontwerper lastig omdat je jouw werk los moet durven laten. Uiteindelijk zijn wij als bureau niet de partij die iets gaat onderhouden of in de markt gaat zetten. Tegelijk is het niet de bedoeling dat als een oplossing wordt geïmplementeerd, dat de nuance mist. Makers moeten daarom ook op hun strepen durven staan, en niet aan het kortste eind trekken als een idee ontdaan wordt van de essentie. Je wilt het niet volledig weggeven, en credits voor wat je hebt bedacht. Goede white label-contracten, die gebruik onder voorwaarden mogelijk maken, kunnen hierbij helpen.

Doordat het borgen van een oplossing voor de lange termijn complex is, is het denk ik goed dat een consortium durft om pas op de plaats te maken zodra een eerste traject is afgerond. Het kan namelijk zijn dat je voor het vervolg een andere samenstelling van het consortium nodig hebt. Dat een andere aanpak nodig is. Of dat er andere expertises nodig zijn. Daarom was het fijn dat vanuit Innovatielabs een implementatievoucher beschikbaar kwam. Daardoor hebben we met De Kunst Van Later hierin nog een extra stap kunnen zetten.’

Twan Eikelenboom (strategisch adviseur en schrijver) schreef dit artikel in opdracht van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en CLICKNL, op basis van gesprekken met Joep Grooteman en Edsart Udo de Haes, Mariana Lanari en Remco van Bladel, en Sanne Kistemaker.
Foto: Clara Gus
Foto: Clara Gus