apr. 25

Een archief vol kennis voor en over innovatie

Innovatielabs
In het archief van Innovatielabs vind je kennis voor en over innovatie in de culturele en creatieve sector. Van praktische tips tot blogs over onderzoeksthema’s als samenwerken en technologie. Maar hoe vind je in die veelheid van informatie wat je nodig hebt? Schrijver Twan Eikelenboom dook in het archief en stelde een wegwijzer samen die je op het juiste spoor zet.
Bij innovatie in de culturele en creatieve sector telt niet alleen kennisontwikkeling, maar vooral ook kennisdeling en -borging. Als makers, culturele instellingen en creatieve bureaus effectiever van elkaar kunnen leren, zijn ze beter in staat om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden en nieuwe uitdagingen.

Toch worstelden veel deelnemers van Innovatielabs met de vraag hoe ze hun inzichten konden delen en laten doorwerken buiten hun eigen project. Deel van het probleem is dat in de sector de focus te veel ligt op kortetermijnresultaten – mede veroorzaakt door het huidige subsidiesysteem – en te weinig op de toekomstbestendigheid. Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en CLICKNL formuleerden daarom vijf aanbevelingen voor beleidsmakers en financiers die kunnen dienen als bouwstenen voor een langetermijnvisie op de sector. Met deze aanbevelingen als kompas ontsluit dit artikel het Innovatielabs-archief voor iedereen die op zoek is naar kennis voor en over innovatie in de culturele en creatieve sector.
Expositie Innovatielabs tijdens Dutch Design Week 2024 (Foto: Clara Gus)
Expositie Innovatielabs tijdens Dutch Design Week 2024 (Foto: Clara Gus)
1. Bied meer ruimhartige financiering voor experiment en vrije ruimte
In de aanbevelingen pleiten Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en CLICKNL voor meer ruimhartige financiering voor experiment en vrije ruimte. Deze ruimte is nodig om tot nieuwe werkwijzen te komen, die het innovatievermogen van de sector kunnen vergroten. Kwartiermakers Renée van der Grinten en Gijs Meijer merkten bij de start van Innovatielabs al dat veel culturele instellingen gewend zijn ‘om toe te werken naar een van tevoren vastgestelde oplossing. Daarmee worden juist de onverwachte en nieuwe mogelijkheden afgesloten en blijft innovatie uit.’

Maar dit is niet het enige obstakel voor innovatie in de sector, zo ziet coach Lars Brouwer: ‘Als je kijkt naar de prestatie- en verantwoordingsdruk in de culturele sector, dan is het eigenlijk gekkenwerk om instellingen ook nog te vragen om nieuwe ideeën te ontwikkelen. Tijd is schaars en elke euro die ze ophalen om iets te ontwikkelen, moeten ze verantwoorden.’ Innovatie vraagt dus dat de sector prestatie- en verantwoordingsdruk vermindert, en dat initiatieven vertrouwen krijgen om tot inzichten te komen in het proces. Daarom werden initiatieven in de eerste en tweede editie van Innovatielabs beoordeeld op het innovatieproces en het beoogde effect, in plaats van een gegarandeerde uitkomst.

Nieuwe manieren van werken vragen een andere houding, en bewustzijn en kennis van innovatieprocessen. Hoe organiseerden we innovatie, en hoe kunnen we dit anders doen? Om tot nieuwe werkwijzen voor de sector te komen kregen Innovatielabs-initiatieven de ruimte om te kunnen en durven leven. Hierbij werden ze, naast Lars Brouwer, begeleid door coaches Maartje Damen, Pien van Gemert en Sophie Heijkoop. Een van de inzichten van de coaches richt zich op dit leerproces: ‘(A)ls leren van fouten ook als succes wordt gezien, leidt dit tot andere resultaten dan de huidige productgerichte aanpak.’

Procesgericht werken en meer ruimte voor experiment maken het mogelijk dat initiatieven niet vanuit aannames vooraf iets ontwikkelen waar niemand op zit te wachten, maar dat ze vraagstukken ‘aangaan vanuit betrokkenheid en leren wat er echt speelt.’ Maar omdat uitkomsten onzeker of onverwacht kunnen zijn, vragen deze werkwijzen ook een andere houding van de financier. De coaches zagen dat ‘als een project vastloopt, de zorgen vooral gericht zijn op de reactie van de subsidiegevers (‘Voldoet ons plan nog wel aan de subsidie-eisen’)? Terwijl het meebewegen met nieuwe ontwikkelingen en inzichten juist noodzakelijk is om innovaties te laten ‘landen’ in de sector en/of samenleving.’
Performance door Innovation:Lab Utrecht tijdens slotbijeenkomst Innovatielabs: The Wrap Up (Foto: Maarten Nauw)
Performance door Innovation:Lab Utrecht tijdens slotbijeenkomst Innovatielabs: The Wrap Up (Foto: Maarten Nauw)
2. Integreer de ontwerpende aanpak en domein-overschrijdende samenwerking in de sector
Waar de initiatieven met hulp van de coaches zich vooral richtten op het realiseren van innovatie, deden lectoren en onderzoekers van verschillende kennisinstellingen flankerend onderzoek. Ze reflecteerden onder meer op de innovatieprocessen, en boden verdieping en begeleiding door initiatieven te verbinden met relevante kennis. Inzichten uit het onderzoek zijn gebundeld in het rapport Veerkracht, Verbeelding en Vernieuwing.

Binnen Innovatielabs ontstond hierdoor een domeinoverstijgende uitwisseling tussen het wetenschappelijke domein en de praktijk van makers, culturele instellingen en creatieve bureaus. Lector Jeroen van den Eijnde beschreef de verschillende kwaliteiten van onderzoekers en makers treffend: ‘De meeste wetenschappen doen aan re-search, dat wil zeggen ze (her)zoeken iets wat al in de werkelijkheid bestaat en proberen dat zo goed mogelijk te begrijpen en te verklaren. (...) De creatieve maker (en soms ook de creatieve wetenschapper) richt zich echter op toekomstige, nieuwe fenomenen. Ze maken immers wat er nog niet is.’ Deze verbeeldende vaardigheden komen mensen – en zelfs sommige diersoorten – goed van pas in de ontwikkeling van hulpmiddelen en technologieën.

De uitwisseling tussen onderzoeks-, ontwerp- en artistieke praktijk levert nieuwe perspectieven op, zoals ook lector Paul Rutten en onderzoeker Martijn Mulder aanstippen in hun verkenning van hoe immersieve technologieën onze beleving van kunst en cultuur veranderen. ‘Artistiek en kritisch ontwerponderzoek verlegt de focus van de achteruitkijkspiegel, dus waar we vandaan komen, naar waar we naartoe gaan. Het biedt handvatten om de maatschappelijke agenda voor technologieontwikkeling te bevragen en de dominante ontwerpprincipes ter discussie te stellen, wat hoe dan ook van waarde is voor de brede maatschappelijke en ethische discussie.’

Deze wisselwerking tussen sector en maatschappij was veelvuldig onderwerp van gesprek, werk en onderzoek tijdens Innovatielabs – en niet alleen in de context van ontwerponderzoek. Wat is eigenlijk de maatschappelijke impact van kunst en cultuur, en hoe werkt waardecreatie vanuit de sector? Onderzoekers Lies Wijnterp en Gwen Parry namen de initiatieven onder de loep en concludeerden dat de ‘maatschappelijke waarde van innovatieve projecten’ soms duidelijk ligt ‘in hun instrumentele waarde en soms juist in de kwaliteit of de verdieping van een artistieke ervaring met autonome kunst. Vaak ligt het in de unieke mix van beide, in het proces van betekenisgeving dat zich eromheen voltrekt en hoe de eigen (artistieke) doelen behaald worden.’

Wat deze conclusie en het artikel onder meer laten zien is dat in de sector sprake is van allerlei (meng)vormen van waardecreatie. In lijn hiermee zien Paul Rutten en lector Walter van Andel dat in brede waardecreatie een belangrijke kracht van de sector ligt, zeker als je kijkt naar de maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan. Ze concluderen dan ook dat een veerkrachtigere en wendbaardere sector ‘eerder gebaat (is) bij het creëren van een sterkere sectorale samenhang en een bredere maatschappelijke verankering, dan (...) het optimaliseren van het verdienvermogen van individuele culturele en creatieve bedrijven.’
Expositie Innovatielabs tijdens Dutch Design Week 2024 (Foto: Fillip Studios)
Expositie Innovatielabs tijdens Dutch Design Week 2024 (Foto: Fillip Studios)
3. Creëer omstandigheden waarin samenwerken loont
Het creëren van een sterkere sectorale samenhang is dan ook een van de aanbevelingen: ‘Het huidige subsidiebestel stimuleert individuele positionering, waardoor makers, instellingen en creatieve bureaus eerder concurrenten dan partners zijn.’ En: ‘dat is jammer, want nieuwe veerkracht in de sector vraagt juist om samenwerking en het bundelen van kennis, ervaring en inzichten, ook over landsgrenzen heen.’

Deze samenwerking vraagt wel een omslag in de sector als het gaat om openheid en bouwen op elkaars werk. Lector Sabine Niederer merkte tijdens de Kennis & Community-sessie over Kennisdeling en Impact op dat kennis delen in de sector nog een gevoelig punt is, omdat veel mensen voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van hun ideeën en kennis. En tijdens de kennisdelingssessie Artists as Technological Innovators deelde initiatief Touched by a Hologram? ‘dat het werken aan technologische innovatieprojecten om een bepaalde attitude vraagt. In de op technologie gerichte sectoren en de wetenschap is die attitude van open kennis delen, waarbij je anderen in staat stelt om voort te bouwen op jouw werk, wijder verbreid dan in de culturele en creatieve sectoren.’

Juist door kennisintegratie en -deling deel te maken van ontwikkeling wordt het een kans voor verbinding, waardoor oplossingen kunnen ontstaan die anders niet mogelijk waren geweest. Voorbeelden hiervan zijn de initiatieven die deelnamen aan kennisdelingssessie No Data No Future. Zij werken allemaal aan infrastructuur die breed gebruikt kan worden. Everybody in the (art)house! en Podiumpas ‘gebruiken data om de aangesloten (film)theaters en podia te informeren over hun bezoekers.’ Crowdkeeping biedt een werkmethode en tool waardoor makers relatiebeheer met particuliere donateurs goed kunnen organiseren. En Living Lab Open Cultuurdata werkt aan een digitale infrastructuur voor culturele organisaties gebaseerd op open-source, inclusieve en transparante software en standaarden.
Slotbijeenkomst Innovatielabs: The Wrap Up (Foto: Maarten Nauw)
Slotbijeenkomst Innovatielabs: The Wrap Up (Foto: Maarten Nauw)
4. Geef meer ruimte aan interdisciplinariteit
Naast sectorale samenhang is een veerkrachtigere en wendbaardere sector, zoals Paul Rutten en Walter van Andel deelden, gebaat bij bredere maatschappelijke verankering. Vanuit Innovatielabs kregen initiatieven juist de ruimte om voorbij traditionele structuren te verbinden en werken, waardoor nieuwe perspectieven zichtbaar konden worden – en verrassende verbindingen konden ontstaan die innovatie stimuleren.

Voorbeelden hiervan bundelde associate lector Veerle Spronck samen met Walter van Andel in een artikel over Innovatielabs-initiatieven die samenwerken met niet-menselijke partners: ‘Kun je samenwerken met een robot, een rivier of vlas? Ja, is het antwoord als je afgaat op de projecten Center Stage Robotics, Maas Lab en The Linen Project uit de tweede lichting deelnemers van het programma Innovatielabs.’ Ze concluderen dat iedereen die ‘nieuwe economische modellen in de praktijk wil brengen’, toch echt aan de slag moet ‘om niet-menselijke actoren zoals dieren, planten rivieren en zelfs technologieën een integraal onderdeel te maken van onze samenwerkingen en manieren van handelen.’ Vier Innovatielabs-initiatieven kwamen tot een vergelijkbare conclusie en zien dat de toekomst van de creatieve praktijk interdisciplinair is.

Initiatieven die onverwachte verbindingen leggen zijn er dus, maar hoe kan de sector interdisciplinariteit structureel organiseren? Het kan als onderdeel van programmatisch werken, dat de coaches als mogelijke manier zien om meer procesgericht te werken, en ‘waarbij meerdere projecten bijdragen aan een grotere innovatieve programmalijn.’ Maar binnen Innovatielabs boden plekken ook een vruchtbare bodem voor allerlei vormen van samenwerking en uitwisseling. Voorbeelden zijn Zuid.Boijmans in het Rotterdamse stadsdeel Feijenoord; het eerdergenoemde Maas Lab dat verbinding creëert rond de rivier de Maas; en de Makerspace van Poppodium Effenaar waar artiesten kennismaken met de hybride toekomst van de popmuziek.
Expositie Innovatielabs tijdens Dutch Design Week 2024 (Foto: Clara Gus)
Expositie Innovatielabs tijdens Dutch Design Week 2024 (Foto: Clara Gus)
5. Geef meer aandacht aan professionalisering en impact in de sector
De laatste aanbeveling richt zich op de inrichting en werking van de sector. De observatie is dat het innovatiepotentieel van de sector nu wordt beperkt, doordat financiering en werkwijzen vaak gericht zijn op de korte termijn. ‘Een toekomstbestendige sector’, zo is de aanbeveling, ‘vraagt een meer strategische benadering, waarbij juist aandacht is voor de langere termijn en doorontwikkeling.’ Dit was ook een van de inzichten in de kennisdelingssessie Innovatie is geen app, Innovatie is mensen: 'Innovatievraagstukken vragen om een langetermijnstrategie, waarin de nadruk ligt op feedbackprocessen in plaats van werkcycli van project naar project.'

Een businessmodel kan creatieve en culturele organisaties helpen bij het bepalen van een goede langetermijnstrategie. Walter van Andel en Lies Wijnterp zien dat ontwikkeling van businesmodellen anders gaat dan in andere sectoren, omdat het bestaansrecht van organisaties meestal niet gestoeld is ‘op het mogelijke financiële winstpotentieel, maar bijvoorbeeld op de impact die men kan hebben. Voor deze organisaties betekent het dan ook dat business modelling start vanuit een interne zoektocht: wat vinden wij belangrijk, wat zijn onze kernwaarden? (...) Het scherpstellen van dergelijke kernwaarden van de organisatie is een eerste stap in het creëren van een logisch verhaal in je cultureel businessmodel: om op lange termijn een duurzame organisatie op te bouwen.’

Voor samenwerkingen is het komen tot een langetermijnstrategie nog complexer, omdat je tot gezamenlijke kernwaarden, doelen en werkwijzen moet komen. Binnen Innovatielabs bleek dat dit voor de initiatieven al vanaf de start een zoektocht en leertraject is. En zodra de samenwerking op gang komt, zo deelde Jeroen van den Eijnde, moet je met elkaar ‘blijven toetsen of de gewenste gelijkwaardigheid en openheid in het proces is gewaarborgd en dat de beoogde doelen nog steeds door alle partners op een vergelijkbare wijze worden geïnterpreteerd.’

Wat je met elkaar wilt veroorzaken, vanuit welke kernwaarden je werkt, en onderlinge openheid over de richting zijn dus belangrijke bouwstenen voor duurzame organisaties en langetermijnsamenwerkingen in de sector. Initiatieven moeten daarnaast gedreven zijn, zodat zij met elkaar hard willen werken en linksom of rechtsom stappen blijven zetten –  voorbij de duur van een enkel project. Over een aantal projecten van de eerste editie van Innovatielabs verscheen de serie ‘Maak kennis met’ over de drijfveren en werkwijzen van de initiatiefnemers achter Zuid.Boijmans, No Limits! Art Castle, Innovation:LAB, The New Social, Toolkit for the Inbetween en De Kunst van Later. Ook Publieksmonitor & Predictive AI, Archival Consciousness en Muzus uit de tweede editie vertelden over hun drijfveren en welke langetermijnimpact zij nastreven.

Het zijn deze verhalen over drijfveren en de sterke wil om iets te ontwikkelen of veroorzaken in sector en samenleving, die alle Innovatielabs-initiatieven delen. Wanneer je vervolgens bij wijze van een gedachte-experiment de overtuigingen, drijfveren en beoogde veranderingen van de initiatieven bij elkaar brengt, ontstaan toekomstbeelden van een creatieve en culturele sector die werkt vanuit een inclusief, open, publieksgericht en hybride fundament – en vanuit de kracht om te verbinden en versterken, verbeelden en transformeren, en inspireren en experimenteren.

Twan Eikelenboom (zelfstandig schrijver en adviseur) volgde gedurende de twee edities van Innovatielabs de initiatieven en schreef hierover acht verdiepende artikelen, in opdracht van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en CLICKNL.